Dwangmedicatie

Beperking bewegingsvrijheid

Dwangmedicatie

KC21-008 20 april 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland

Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC21-008
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 8/12 april 2021
Schorsingsverzoek : nvt
Hoorzitting : 19 april 2021 (digitale conferentie Starleaf)
Datum beschikking : 21 april 2021

 

 

Uitgenodigd voor hoorzitting en digitaal aanwezig

[klaagster] (klaagster)

[PVP] (PVP)

 

[verweerster] (verweerster)

[behandelaar] (Aios)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[psychiater] (psychiater)  `

[lid] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

Juridische status

Zorgmachtiging 

 

Klacht

  1. Dwangmedicatie
  2. Toedienen insuline
  3. Beperking bewegingsvrijheid

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 8 april 2021 een (onvolledig) klaagschrift ontvangen betreffende dwangmedicatie, de behandeling van diabetes en beperking bewegingsvrijheid. Na verduidelijking van de klacht is deze op 12 april jl. in behandeling genomen door de commissie.

Op 12 april zijn klaagster, PVP en verweerster geïnformeerd over de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. De klachtencommissie heeft op 15 april het verweerschrift inclusief bijlagen ontvangen. Deze zijn dezelfde dag doorgestuurd naar klager en haar PVP. 

Partijen hebben hun standpunten kunnen toelichten tijdens de hoorzitting op 19 april 2021, middels videoconferentie. Op 19 april 2021 zijn partijen schriftelijk geïnformeerd over de uitspraak. De volledige uitspraak is op 21 april 2021 aan partijen verzonden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Klaagschrift;

-           Verweerschrift;

-           Beschikking rechtbank inzake zorgmachtiging d.d. 22-10-2020;

-           Bevindingen GD d.d. 7-10-2020, 23-10-2020, 12-3-2021 en 9-4-2020;

-           Medische verklaring d.d. 5-3-2021;

-           Zorgkaart;

-           Rapportage verpleegkundige, 15-10-2020 t/m 14-4-2021;

-           Decursus, 16-10-2020 t/m 13-4-2021.

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht als omschreven in artikel 10:3 Wvggz en heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn eindigt op 21 april 2021. Op 9 april 2021 is een verlenging van de zorgmachtiging aangevraagd.

 

Feiten

Klaagster is een 63-jarige vrouw, bekend met schizofrenie. Er is sprake van een chronisch psychotisch toestandsbeeld en zorgmijdend gedrag waarvoor klaagster al vele jaren in behandeling is. In 2018 is klaagster gedwongen opgenomen met een BOPZ-titel na een acute ziekenhuisopname vanwege een ernstige ontregeling van haar glucoses. Op 22 oktober 2020 is een zorgmachtiging afgegeven met een duur van 6 maanden. Op 9 april 2021 heeft een zitting plaatsgevonden naar aanleiding van een verzoek om verlenging van de zorgmachtiging. Deze is mondeling afgegeven door de rechtbank Gelderland voor de duur van 5 maanden. 

 

Standpunten van klaagster

Voorzitter geeft aan dat de datum ontvangst klacht 12 april 2021 is omdat het enkele dagen geduurd heeft voor de klacht duidelijk was.

Klaagster leidt haar klachten in met de mededeling dat ze een andere behandelaar wil. De huidige behandelaar geeft haar teveel pillen en ook injecties. Klaagster wil dit niet en heeft dat ook niet nodig vindt ze. Ze is niet ziek en wil naar huis. Ze wordt geslagen door verweerster. Ze wil graag [psychiater] als behandelaar omdat hij ook vindt dat klaagster naar huis kan.

Klaagster vertelt dat ze door iemand is geduwd die boos op haar was waardoor ze een heup heeft gebroken en in het ziekenhuis terecht is gekomen. Klaagster vindt het logisch dat de suiker in haar bloed wat hoog is. Ik moet toch eten? En met feestdagen is het suikergehalte natuurlijk hoger. De beschadiging van haar ogen is een gevolg van de pillen en injecties en wordt niet veroorzaakt door de diabetes aldus klaagster. 

Op een vraag van de commissie antwoordt klaagster dat ze last heeft van bijwerkingen van de Olanzapine. Ze ziet wazig en heeft last van trillingen. Ze voelt zich niet thuis op de afdeling waar ze verblijft. Het is een ander milieu dan wat ze gewend is. Er verblijven veel oude mensen. Soms worden mensen ook agressief. Klaagster wil naar een open afdeling van waaruit ze naar huis kan. 

Klaagster vertelt dat het in de thuissituatie, voor opname, goed met haar ging. Ze was actief en deed het huishouden. Ze werd ondersteund door familie. Het is volgens klaagster helemaal niet waar dat het niet goed met haar ging en dat haar huis dreigde te vervuilen. Op een gegeven moment kwamen er een paar mensen lang die dat vonden. Klaagster wist niet dat ze zouden komen. Ze had wel afgewassen maar er stond nog wat op tafel.

 

Standpunten van verweerder

Verweerster licht toe dat ze vanaf mei 2020 regiebehandelaar is van klaagster. Al na enkele maanden ontstond er een behandelconflict. Verweerster heeft collega psychiater, [psychiater], daarom gevraagd om een second opinion. Deze ondersteunde het behandelregime van verweerster waardoor overdracht van de behandeling naar deze collega niets zou bijdragen. Klaagster zou dan binnen afzienbare tijd ook een conflict hebben met deze behandelaar. Wel staat klaagster nu op de wachtlijst van de afdeling waar deze collega psychiater werkzaam is. Daarin komt verweerster dus aan klaagsters wens tegemoet.

 

De PVP vraagt of dwangmedicatie nog nodig is nu er sprake is van een (door Corona omstandigheden) gesloten afdeling met camera toezicht en de lopende behandeling met insuline. Bovendien is na 5 maanden nog niet duidelijk wat het effect is. Verweerster geeft aan dat klaagster geen enkel ziektebesef en –inzicht heeft. Vanuit het psychotische ziektebeeld erkent klaagster het diabetes probleem niet. De hoop en verwachting is dat de dwangbehandeling ervoor zorgt dat de psychose afneemt en klaagster bereid zal zijn om op vrijwillige basis haar suikerziekte te laten behandelen. Vooral de suikerziekte belemmert het ontslag van klaagster uit de kliniek.

Aanvankelijk is gestart met smelttabletten Olanzapine. De bloedspiegels bleven echter onmeetbaar laag dus het was duidelijk dat klaagster de Olanzapine onvoldoende binnenkreeg. Ondanks het feit dat zij aangaf de pillen wel in te nemen. Lastig is aldus verweerster dat de labuitslagen ongeveer 3 weken duren zodat je steeds achter de feiten aan loopt. Om effect te bereiken is daarom gestart met depot vorige week. Het eerste depot is gezet 2 uur voordat de mail met de klacht bij verweerster binnen kwam. Er is geen schorsingsverzoek ingediend. Het depot wordt tweewekelijks gegeven.  

Op een vraag van de commissie beaamt klaagster dat zij de medicatie vrijwillig zal innemen in de thuissituatie als dat nodig is. Aan de betrouwbaarheid van deze uitspraak wordt getwijfeld door verweerster.

 

Verweerster heeft er vertrouwen in dat dat klaagster weer kan terugkeren naar haar huis. Haar woning is aangehouden. Twee maanden voor opname is diabetes vastgesteld bij klaagster. De huisarts liep vast met de inname van medicatie evenals de thuiszorg. Dat heeft geleid tot een sterk ontregelde suikerspiegel en een acute opname. Er is toen ook direct een IBS aangevraagd op de eerste hulp. Dat is de start geweest van de huidige opname. Bij ontslag zijn er twee mogelijkheden aldus verweerster: ofwel er is zoveel  ziekte-inzicht dat de medicatie op vrijwillige basis kan worden ingeregeld of er is een goede stok achter de deur nodig voor zowel de controle van haar psychoses als van de diabetes. Dat is nu nog niet veilig. Er is sprake van teveel uitschieters en klaagster trekt niet aan de bel.

De voorzitter constateert dat de huidige zorgmachtiging over 2 dagen afloopt. Verweerster laat weten dat er inmiddels een zitting bij de rechtbank heeft plaatsgevonden op 9 april jl.. Er is mondeling een verlenging afgegeven voor de duur van 5 maanden.

 

De voorzitter sluit de vergadering en deelt mee dat de schriftelijke uitspraak uiterlijk 26 april aan partijen gezonden zal worden.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klachten zijn gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg als bedoeld in artikel 8.9 Wvggz zijn de klachten ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Wat betreft deze formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte medicatie per 12 april 2021 is door verweerder besproken met klaagster op 9 april 2021. De besprekingen en uitreiking van de beslissing op 9 april 2021, voldoen. De verplichte zorg, bestaande uit de toediening van een verplichte medicatie (Olanzapine), op 12 april 2021 ziet op deze beslissing verlenen verplichte zorg. Eveneens ziet de behandeling van diabetes en de beperking van de bewegingsvrijheid op deze verplichte zorg.

 

Ten aanzien van de klacht tegen de voorgenomen toediening van een injectie met medicatie Olanzapine op 12 april 2021 constateert de commissie het volgende:

Op 8 april 2021 heeft klaagster schriftelijk klachten ingediend zonder een schorsingsverzoek. De klachten waren echter niet helder en op 12 april 2021 heeft, na een telefonisch gesprek, verduidelijking van de klachten plaatsgevonden. Daarmee is bepaald dat de klachten in behandeling kunnen worden genomen door deze commissie.

 

Wat betreft de waarborgen die voortvloeien uit de Wvggz, onverlet of de zorg binnen of buiten een accommodatie wordt verleend, moet aan de volgende eisen worden voldaan.

Verplichte zorg is een ultimum remedium. Als verplichte zorg noodzakelijk is, moet gekozen worden voor de minst ingrijpende vorm en zo kort mogelijk. Verplichte zorg moet voldoen aan de uitgangspunten van subsidiariteit, proportionaliteit, doelmatigheid en zorgvuldigheid.

 

Naar aanleiding van de Covid-pandemie is de hoorzitting via video stream georganiseerd.

 

De commissie constateert dat op basis van de ingediende stukken en de hoorzitting de proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid van de verplichte medicatie inhoudelijk is getoetst en beoordeeld.

 

Proportionaliteit is aanwezig doordat dit in verhouding is met de problematiek van klager. Zonder medicatie (zowel antipsychotica als diabetes) is de kans op fysieke en maatschappelijke teloorgang te groot. Het ernstig nadeel wordt weggenomen door deze medicatie. Subsidiariteit is aanwezig doordat verweerster eerst in gesprek is geweest met klaagster en haar mentor zonder medicatie. Dat had niet het gewenste effect. Verder is in 2019 een ander antipsychotica (Aripiprazol) gegeven. Dit had ernstige bijwerkingen en het effect is uitgebleven, waarna gestopt is met Aripiprazol. Doelmatigheid van de medicatie is aangetoond omdat na overplaatsing van klaagster naar een open afdeling en resocialisatie eind 2019 bleek dat het resultaat onvoldoende was. Klaagster had een ontregelde glucosehuishouding, kon zich niet aan afspraken houden en is regelmatig door beveiliging en politie in verwarde toestand naar de afdeling teruggebracht. In overleg met klaagster en de mentor (haar broer) is besloten om het antipsychoticum Olanzapine te geven.

 

Klaagster is het hier niet mee eens. Zij vindt dat ze gezond is en prima naar huis toe kan. Ook ontkent ze haar diabetes. Voor opname liet klaagster een patroon zien van verwaarlozing van zichzelf en haar huis. Door haar verzameldrang, het niet met geld kunnen omgaan (ook niet onder bewind) dreigde huisuitzetting door de verhuurder. Klaagster wil geen klinische behandeling, ook geen ambulante behandeling omdat zij niets mankeert. Klaagster heeft door haar verwaarloosde diabetes inmiddels schade opgelopen aan haar ogen. De verplichte zorg is evenredig gelet op het beoogde doel. Redelijkerwijs is te verwachten dat de verplichte zorg effectief gaat zijn.

 

Klaagster heeft een chronische psychose, is paranoïde en ontkent ziek te zijn. Hierdoor ontstaan ernstige nadelen voor klaagster, namelijk  levensgevaar door haar niet behandelde diabetes, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.

 

De commissie is van mening dat de verplichte zorg in de vorm van verplichte antipsychotica, verplichte medicatie voor haar diabetes en beperking van haar bewegingsvrijheid, gezien het toestandsbeeld, passend is. 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te Wolfheze, 21 april 2021

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter] Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5